Zorgcentra na Seksueel Geweld lanceren nieuwe campagne

De Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) start een nationale campagne zodat meer slachtoffers hun weg ernaartoe vinden.

In België bestaan er tien centra waar slachtoffers van acuut seksueel geweld op één plaats kunnen spreken met zorgpersoneel, politie en justitie. Ze kunnen er terecht tot 30 dagen na de feiten voor eerste zorgen. Daar valt medische zorg onder, maar ook forensisch onderzoek of klachtneerlegging. Sarah De Schepper van het ZSG in Antwerpen omschrijft het als "een soort van spoedgevallendienst voor seksueel geweld."

Afgelopen jaar vingen ZSG meer dan 3000 slachtoffers op. Dat zijn er ongeveer 11 per dag. Volgens de ZSG is dit nog maar het topje van de ijsberg. Volgens het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zullen die cijfers dit jaar nog hoger liggen: tussen januari en oktober hebben al meer dan 3.500 mensen zich aangemeld.

Daarom lanceren Marie-Colline Leroy (Ecolo), staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, premier Alexander De Croo (Open VLD), minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, een sensibiliseringscampagne om de centra onder de aandacht te brengen. De campagne wil mensen kennis laten maken met de speciaal opgeleide professionals. Zo zal een campagne de mensen kennis leren maken met de speciaal opgeleide professionals.

"De ZSG-teams leveren zo'n essentieel werk. Ze luisteren naar slachtoffers en helpen hen om hun leven opnieuw op te bouwen", zegt Leroy.

Naast het campagnemateriaal werd er ook een factsheet gedeeld met Genderklik. Hieronder delen we enkele cijfers:

Een opsomming van de kenmerken van slachtoffers die zich hebben aangemeld bij ZSG

 

Een opsomming van de kenmerken van het soort geweld dat slachtoffers rapporteren

 

Een opsomming van de kenmerken van het soort geweld dat slachtoffers rapporteren naargelang hun geslacht

De campagnevideo's kunnen hier bekeken worden.

Een campagnebeeld van ZSG waarbij twee hulpverleners het woord nemen